Patty Griffin - Servant of Love



Persoonlijk heb ik een enorme zwak voor haar stem. Tegelijkertijd weet ik dat ik die zwakte niet deel met iedere muziekliefhebber. Voor mij is er niemand waarvan de zang zo vergaand verbonden is met de genreaanduiding americana als die van Patty Griffin. Haar stemkwaliteiten zijn voor mij synoniem aan de Amerikaanse folk en traditionele muziek. Zij bestrijkt met gemak alle deelgenres die deze overkoepelende aanduiding rijk is. De albums die van haar verschenen zijn ontlopen elkaar artistiek gezien nauwelijks. Langs haar muziek vloeit hoogstens een curve als graadmeter, echter deze blijkt behoorlijk stabiel. Uitschieters naar beneden ken ik niet. De muziek die zij maakt is het resultaat van een verdeelsleutel, die grotendeels gevoed wordt door haar liefde voor de muziek. Zonder gevoel geen overtuigend resultaat, en dat haar overgave nog lang niet verdoofd is bewijst Servant of Love. Muziek resoneert niet wanneer hij niet eerlijk is. Zonder overtuiging slaat de muziek dood, en voor Patty Griffin adepten die zich afvragen of zij andermaal overtuigt durf ik te stellen dat ze nog nooit zo geloofwaardig heeft geklonken. You Never Asked Me snijdt door hart en ziel.

Dat Patty Griffin als artieste aanslaat blijkt eveneens uit de getalenteerde collega’s die haar bijstaan in het continueren van haar succes. Na Impossible Dream en American Kid werkt ze voor de derde maal samen met producer Craig Ross. Dit nieuwe album, haar tiende, opent met de titelsong. Gedragen door piano ontvouwt zich traag een treurig liefdesverhaal. Het nummer verheft zich met behulp van een klaaglijk trompetje, waarbij op de achtergrond een cello de teneur versterkt. Na vijf minuten verstomt uiteindelijk de piano. Een ijzersterke opening. Gunpowder zet een tempoverhoging in. Een declamerende tekst dekt de lading van deze track die bestaat uit een pulserende, voortstuwende riff. Zodra de rook is opgetrokken volgt het rancuneuze Good and Gone. Krijg het niet aan de stok met Mrs. Griffin, lijkt mij, want de verwensingen zijn amper van de lucht in dit enigszins psychedelisch aandoend nummer: "Break his bones and tear his joy". Hurt a Little While lijkt verbonden met zijn voorganger, want hier likt ze haar wonden, en herstelt Patty zich van het verdriet dat haar griefde. Ze stelt ons gerust dat het helemaal goed gaat komen. 250,000 Miles en Made of the Sun zijn herkenbaar volgens het concept a la Griffin. Beide nummers sleuren je mee en dompelen je onder in de stemming van het album. Compositorisch en productioneel technisch is de plaat als geheel om je vingers bij af te likken. Het album Servant of Love laat een gevestigd artieste horen. Ze bevestigt met dit album waarom ze thuishoort in het bovenste segment van haar genre. Het album is gevuld tot aan de rand, en laat zich niet terzijde schuiven als een vluggertje. Neem de tijd en laat de plaat druppelsgewijs op je inwerken. Patty laat zich van haar veelzijdigste kant beluisteren. Er zijn rockinvloeden (There Isn’t One Way) en jazz (Noble Ground) naast de gebruikelijke bestanddelen, en er is die instant klassieker You Never Asked Me. Uiteindelijk blijkt ze amper meer nodig te hebben dan haar zang begeleid door een piano. Patty blijft puur het mooist. Binnenkort is ze weer ‘ns in ons land. She’s gonna let it train in hell.

Gastschrijver: Rein van den Berg

Releasedatum: 11 september 2015 Thirty tigers

Dave Desmelik - Old News



Voor onafhankelijke artiesten zal ik nooit mijn neus ophalen. Ze hebben doorgaans mijn waardering. Enorm knap hoe ze hun eigen ding blijven doen, ook wanneer de gewenste erkenning achterwege blijft. Wel dient de artiest zich bewust te zijn van zijn eigen kwaliteiten. Om de muzikale kwaliteiten van zelfstandig ondernemer Dave Desmelik te onderkennen moet je extra tijd investeren, althans dat is mijn ervaring. Zijn producties zijn basaal en vereisen om appreciatie te onderkennen is een bescheiden incubatie periode vereist. Wanneer je blijft luisteren dan groeit de waardering voor zijn werk vanzelf. Hij is zonder twijfel een meesterlijke gitarist, wat niet iedere singer songwriter kan zeggen. En zijn zelf geschreven liedjes zijn niet zelden voorzien van geinige wendingen. Het is een eigenzinnig muzikant. Het moge duidelijk zijn dat de ietwat suffe verpakking van zijn 10de plaat weinig animo trekt. De titel licht alvast een tipje van de sluier. Old News suggereert dat Dave geen nieuwe nummers schreef voor dit album, en dat is inderdaad het geval.

Het concept van deze plaat is recht voor zijn raap. Het idee ontstond om zoveel mogelijk de spontaniteit en de energie van een live opname vast te leggen. Zo werd besloten een aantal liedjes uit zijn live repertoire uit te voeren in Vince’s Room te Penrose North Carolina. Samen met Josh Gibbs (Lap Steel) en Andy Gibbon (bas) banen de heren zich op een zondagmiddag in december 2014 een weg door het repertoire van Dave Desmelik. De 12 liedjes zijn geschreven in de periode 1998 tot 2009. En zoals liedjes dat doen, ze zijn sinds hun originele bestaan niet stil blijven staan. Ze zijn verder ontwikkeld over de jaren, verder aangescherpt. De afsluiter van dit album, Old Dog, klonk mij nog vers in de oren, maar bleek alweer van 1999 te zijn. Het deed mij realiseren om weer eens wat oudere albums van Desmelik uit de platenkast te trekken. De tijd houdt geen pauze, maar tijd besteed aan muziek is zelden verspild. Heb je nog weinig of geen muziek van Desmelik dan is Old News een prima (verdere) kennismaking. Wanneer je We Don't Want A Dying Flame van 2014 kent dan weet je dat hij één van die outsiders is die het waard is om aandacht aan te besteden.

Gastschrijver: Rein van den Berg

Releasedatum: 8 juni 2015 Eigen beheer

Noah Gundersen - Carry the Ghost



Laat ik er openhartig over zijn, ik keek al een tijdje uit naar Carry the Ghost. De marketingjongens van Dualtone wisten mij te lijmen door iedere keer een tipje van de sluier te lichten. Ongetwijfeld “lekkermakertjes” volgens een standaard procedé, maar effectief genoeg voor types zoals mij. Druppelsgewijs werd ik gepaaid. Eerst de aankondiging van een nieuwe plaat, daarna toonde men de hoes, om vervolgens een eerste track te lekken. In Amerika is de plaat ondertussen verkrijgbaar, terwijl Europa nog even mag wachten. Gelukkig kent een upload van data geen grenzen. Fysiek volgt hij, naar keuze, in de overige formaten vinyl en CD. De luxe downloadversie kent 16 nummers. Wanneer je voor een 2LP of CD kiest dan zit een download code bijgesloten voor de overige liedjes. Niets wordt je onthouden. Sterker, Noah Gundersen pakt uit en stelt niet teleur na de verwachting die hij gecreëerd had met voorganger Ledges. Geweldig om te mogen aanschouwen hoe een jong artiest zich zo volwaardig manifesteert. Zijn definitieve stijl lijkt al haast gevonden en doet mij qua ambitie denken aan ene Neil Young in zijn beste jaren. Wanneer je Heartbreaker hoort dan weet je het zeker, de geest is uit de fles.

In tegenstelling tot zijn vorige plaat is Carry the Ghost aanzienlijk voller in de uitvoering. Dat is niet altijd voordelig, maar in de mix van Phil Ek (bekend van zijn werk voor Band of Horses and Father John Misty) pakt dit wonderwel uit. De productie trekt Gundersen naar zichzelf toe. Carry the Ghost gaat over iemand die bij zichzelf te rade gaat. Het is de plaat van een man midden twintig die zich zelf levensvragen stelt. Waarom zijn we hier? Zelf heb ik die tocht ook gemaakt. Wie niet? Stilstaan bij de vraagtekens die ons bestaan oproept. Ik heb mij neergelegd bij het feit dat niet iedere vraag beantwoord wordt. En waarom ook? Hoe het ook zij, Noah’s zoektocht is een genot om naar te luisteren. Niets dan waardering, en tevens indrukwekkend, hoe hij schijnbaar vanuit het niets dergelijke mooie liedjes heeft weten te maken. Liedjes die enerzijds de kwetsbaarheid benadrukken, maar op andere momenten volstrekt uit hun voegen barsten van ongecontroleerde energie en emotie. Prachtig! Ledges was al een prachtplaat, maar op Carry the Ghost hoor je een volgroeid geluid. Subtiel en rijk.

Gastschrijver: Rein van den Berg



Manolo Redondo - A Drop About To Drown



Mijn kennis van de hedendaagse Franse muziek is uiterst gering. De enige Franse artiest die ik zelf ontdekte en sindsdien volg is Benjamin Biolay. Bijvoorbeeld de geweldige folk-bluesgroep Moriarty was zeker aan mij voorbij gegaan als ik er niet door iemand op zou zijn gewezen. Hetzelfde lot zou ook A Drop About To Drown beschoren zijn geweest als het niet bij mij door platenmaatschappij Microcultures in de schoot zou zijn geworpen. Onlangs recenseerde ik van dit label, het eind juni uitgekomen No Song No Spell No Madrigal, een meeslepend album van The Apartments. Manolo  Redondo is geen Spanjaard, maar de artiestennaam van de Fransman Manuel Dedonder. Hij werd geboren in een voorstad van Parijs, maar bracht het grootste deel van zijn jeugd door in Grenoble, gelegen in de Franse Alpen. Daar ontstond zijn liefde voor de natuur en het graag buiten zijn. Het vormt het belangrijkste thema op zijn solo debuut, geïnspireerd door Chad VanGaalen. Andere belangrijke invloeden voor hem zijn onder anderen Neil Young (ook opgegroeid in de bergen), King Crimson, Talking Heads en The National. Laatsgenoemde hoor ik af en toe terug in zijn muziek. Je zou het album ook als een roadmovie kunnen zien. Zo zingt hij bijvoorbeeld over surfen in Ecuador en over de kliffen in Zuid Portugal. 



Zijn afkeur voor de maand januari bezingt hij in January, een afkeur die ik overigens hartgrondig met hem deel. Maar ook een serieuzer thema als de onbeduidenheid van het leven. A Drop About To Drown is trouwens niet zijn debuut in de muziekwereld. Hij speelde in indie-popgroep Modern Folks en de psychedelische band The Squared Circle. Sinds januari 2013 vormt hij met gitarist Carl Vermont een duo, dat vooral veel optreedt in zijn huidige woonplaats Parijs. Verder verdient hij de kost als maker van filmmuziek. De sonore stem van Manuel en de relaxtheid van de muziek sprak mij direct erg aan. Bovendien zet hij zijn stem veelzijdig in. Hij maakt op slimme wijze gebruik van dynamiek en herhaling. Bij meerdere beluistering valt ook de sterke opbouw van de composities op. Een belangrijke rol is weggelegd voor broer Dimitri. De cd werd opgenomen in zijn studio. Hij verzorgt de inventieve percussie. Maar ook Dick Turner levert essentiële bijdragen op trombone. Verrassend is dat op een song na, hij al zijn liedjes in het Engels zingt. En dan gelukkig niet met zo’n Frans accent als we kennen van inspecteur Clouseau uit de Pink Panther reeks. De prachtige foto op de cover en het artwork is gemaakt door goede vriend Daniel N Johnson. Het album is 8 juni ook op vinyl verschenen. A Drop About To Drown maakt duidelijk dat er in Frankrijk ook goede folk/popmuziek gemaakt wordt en dat Microcultures een label is dat vanaf nu zeker door mij in de gaten zal worden gehouden.  

     
Releasedatum: 1 juni 2015 Microcultures
Websites:  https://manoloredondo.wordpress.com/ en http://microcultures.bandcamp.com/album/a-drop-about-to-drown



Melody Gardot - Currency of Man


Een recensie laat zich niet afdwingen. Wanneer een album niets met je doet dan kun je met goed fatsoen geen tekst uit je mouw schudden. Muziek moet verrassen, desnoods irriteren, liever intrigeren, anders gebeurt er niets, tenzij je jezelf voor de gek houdt. Dat ik een recensie betreffende Melody Gardot schreef ligt geruime tijd achter me. In 2008 trachtte ik haar lang verwachtte debuutplaat onder de aandacht te brengen. Haar bekendheid was toen nog marginaal. Ruim daarvoor was ik via CDBaby tegen haar EP Some Lessons: The Bedroom Sessions aangelopen. Een folky akoestisch gebeuren van een jonge vrouw met een ongelooflijke stem, en, niet te vergeten, met een verhaal. Zonder haar verkeersongeluk was dat album er niet gekomen. Een therapeutisch proces als onderdeel van de revalidatie. De zelfgeschreven liedjes imponeren dan ook door de intens directe teksten. Ze wekte dusdanige verwachtingen dan een vervolg niet uit mocht blijven. Op basis die intense EP viel Worrisome Heart, haar debuut, enigszins tegen. Ik was bang dat ze dezelfde jazzy kant op zou gaan als Cassandra Wilson of Madeleine Peyroux. Technische enorm knap, maar evengoed behept met een kunstmatige emotie die mij matig raakt. Bij dergelijke zangeressen raak ik snel uitgekeken, vaak na een enkel album ben ik er klaar mee. Het heeft even geduurd voordat ik mij aan een nieuw album van Gardot waagde.



Dertig is ze. Haar EP ligt alweer 10 jaar achter haar. Currency of Man is haar 4de volwaardige plaat. Het is over de gehele lijn een prestigieuze plaat geworden, alsof ze zich nog niet genoeg bewezen heeft. Een plaat waar niets op valt af te dingen. De productie en arrangementen zijn niet alleen af, ze zijn werkelijk tot in de finesse uitgewerkt. Geen element wordt aan het toeval overgelaten. Hetzelfde valt te zeggen van Gardot’s zang, wat een beheersing, wat een stemcontrole. And last, but not least, compositorisch is deze plaat een genot. Laten we een belangrijk pluspunt niet vergeten, Melody Gardot covert niet, ze schrijft haar eigen muziek. Currency of Man is als een avontuurlijke reis. Het is een plaat die je meeneemt naar onbekende oorden, een plaat die je fantasie tot leven roept. Betreden paden worden bewust links gelaten. Originaliteit is het sleutelwoord. Don’t Misunderstand ruimt misverstanden uit de weg. Gardot is geen frêle poppetje, de realiteit in haar liedjes staat op de voorgrond, en daar horen evengoed harde lessen bij. Ze heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Gelukkig stond ze er niet alleen voor. Larry Klein stond in de coulissen en het is mede dankzij zijn talent en ervaring dat Currency of Man op dit duizelingwekkende niveau is beland. Luister naar een liedje als Bad News. Een willekeurige suggestie om je over de streep te trekken, alsof het heupwiegende She Don’t Know er voor onder doet. Melody Gardot laat zich niet haasten. Ze eist dat je tijd voor haar vrijmaakt. Ik adviseer om voor de luxe editie te kiezen.

Gastschrijver: Rein van den Berg

Releasedatum: 1 juni 2015 Decca
Website: http://melodygardot.co.uk/



Gem Andrews - Vancouver


De interesse voor muziek ontstond al heel vroeg bij de in een voorstad van Liverpool geboren Gem Andrews.  Haar moeder hield vooral van country en folk en haar vader was meer van de jazz. Op haar zesde  ging ze op gitaarles en luisterde naar Sandy Denny. Er zijn slechtere keuzes om mee te beginnen. Het opgroeien in een muziekstad met een dergelijk grote historie als Liverpool liet haar natuurlijk ook in aanraking komen met de nodige andere muziek. Vanaf haar vijftiende begint ze op te treden en speelt voornamelijk nummers van Townes van Zandt en Neil Young. Zo trad ze onder anderen in die tijd in de befaamde Cavern Club op. Vanaf haar zeventiende begint ze zelf liedjes te schrijven. Een toevallige ontmoeting in Bridgewater Hall in Manchester met Emmylou Harris gaf haar de gelegenheid om Emmylou een uur lang advies op het gebied te vragen van componeren. Harris wordt overigens nog genoemd in de schitterende opener van Vancouver, Calling. Op haar zeventiende verhuist ze naar Newcastle upon Tyne om daar hedendaagse muziek en compositieleer te studeren. 



Daarnaast probeert ze het song schrijven beter onder de knie te krijgen.  Elf jaar later vestigt ze zich in Vancouver en begint daar veel op te treden. De periode in Canada bracht haar veel inspiratie en leverde na terugkeer in Engeland in 2012 de debuutcd Scatter op. Onder anderen Chris Hillman, Nicky Rushton en Gabriel Minnikin werkten er aan mee.  Haar tweede album Vancouver is gevuld met alt country. Veel teksten zijn schrijnend, zoals Mother Dear, overigens geschreven door Nicky Rushton net als Ten Thousand More. Hierin wordt in slechts enkele regels geschetst hoe een dochter met haar dementerende moeder omgaat en hoeveel moeite ze met die situatie heeft.  De liedjes kennen een sobere invulling. Gitaar, piano, bas en viool zijn de enige instrumenten die in de liedjes voorkomen. Daarnaast wordt vaak gebruik gemaakt van meerstemmige harmony zang. De zang is goed naar voren gemixt. De intensiteit van de zang van Gem is net zo krachtig als van iemand als bijvoorbeeld Iris Dement.  Liefhebbers van diens muziek zullen dit album volgens mij kunnen appreciëren. Vancouver had bij mij even tijd nodig om volledig zijn geheimen prijs te geven. Naast voornamelijk eigen werk van Gem, staat er een ook nog een prachtige, integere cover op van Heart Like A Wheel van Kate & Anna McGarrigle. Overigens vind ik de hoes foeilelijk. Maar gelukkig is de muziek dat niet.  Het is muziek die diep weet te ontroeren.    

Releasedatum: 15 juni 2015 Market Square

Website: http://www.gemandrews.co.uk/


Jenny Mitchell - The Old Oak


Een maand geleden kende ik nog maar een Mitchell, uiteraard de Canadese Joni Mitchell. Onlangs recenseerde ik het prachtige Down to the bone van de Ierse Anna Mitchell. De laatste ontdekking is Jenny Mitchell afkomstig uit een andere uithoek van de wereld, Gore in Nieuw-Zeeland. Slechts zestien lentes telt deze uiterst talentvolle singer songwriter. Ze startte met zingen op vierjarige leeftijd. De muzikaliteit zit in haar genen, want vader Ron is countryzanger. Hij liet Jenny al op jeugdige leeftijd kennis maken met de muziek van bekende countrysterren als  Johnny Cash, Dolly Parton, Merle Haggard en The Dixie Chicks. Allen zijn belangrijke invloeden voor Jenny. Op haar dertiende deed ze mee aan New Zealand’s got talent en eindigde uiteindelijk als derde. Reeds op haar elfde schreef ze haar eerste liedje My home. Haar bezoek aan Ierland maakte de nodige indruk, wat leidde tot die song. Sindsdien vormt liedjes schrijven een belangrijke uitlaatklep voor haar gevoelens en gedachten. Zonder die uitlaatklep zou, om haar te citeren, haar hoofd misschien ontploffen. 



Het zal U dan niet verbazen dat alle liedjes autobiografisch zijn. Zo gaat achter de titelsong een heel verhaal schuil. Jenny heeft van moeders zijde Ierse roots. Opa en oma Brouder emigreerde als pas getrouwd stel in 1957 vanuit Ierland naar Gore, Nieuw-Zeeland om daar samen een nieuw bestaan op te bouwen. Totaal op elkaar aangewezen. De liefde moet dan heel sterk zijn om zoiets aan te kunnen. Het maakte hun onderlinge band heel sterk. Helaas stierf zes jaar geleden haar oma. Het was de eerste keer dat Jenny groot verdriet kende. Maar wat ook erg was dat haar opa totaal ontredderd was zonder zijn vrouw. Jenny had het er erg moeilijk mee om haar opa zo te zien treuren, maar kon haar verdriet om haar opa gelukkig verwerken tot The Old Oak. Niet alle liedjes zijn zo zwaar op de hand. This Guitar is een duet met vader Dan en gaat over de gitaar die Jenny van hem kreeg. Thema voor de ingetogen opener Little Patch of Heaven vormt Ierland. 



Row My Boat is de persoonlijke favoriet van Jenny zelf. Postitief blijven als een relatie een grote verandering doormaakt is essentieel om die relatie in stand te houden. Sommige songs zijn belangrijk voor Jenny omdat ze zo fijn zijn om te spelen zoals That’s My Proof en Till My Baby’s Home. Beiden inderdaad heerlijke up-temponummers. Vooral laatstgenoemde is apart door het zeer speciale koortje.  Een andere favoriet van Jenny is Empty Promises vanwege het universele thema. Verder zijn er uiteraard liedjes over liefdesperikelen te vinden. Vooral op jeugdige leeftijd kunnen emoties op liefdesgebied erg heftig zijn. Uiteraard is haar repertoire doordrenkt met country, maar ook zijn er folkinvloeden te vinden.  Overigens beschikt ze op The Old Oak over uitstekende, voor mij onbekende musici. Vooral John Egenes leverde een belangrijke bijdrage. Hij bespeelt diverse instrumenten, zelf bespeelt ze de gitaar en banjo. Haar stem is al goed ontwikkeld, erg krachtig en heeft een mooi hees randje. Overigens zit ze nog gewoon op school en droomt ze van een internationale carrière, die haar uiteraard ook naar optredens in Ierland moeten leiden. Het album is in eigen beheer uitgegeven en te koop bij haarzelf via Bandcamp.

The Old Oak is volgens mij het bewijs dat een internationale muzikale loopbaan in de toekomst, met een beetje geluk, zeker tot de mogelijkheden behoort.    

Releasedatum: 26 mei 2015 Eigen beheer

Website: http://www.jennymitchell.co.nz/ en http://jennymitchell.bandcamp.com/releases




John Mayall - Find A Way To Care


Menig leeftijdsgenoot van John Mayall slijt zijn laatste dagen in een bejaardentehuis, zich daar al dan niet verplaatsend met een rollator. Mayall bruist op zijn eenentachtigste nog steeds van de energie. Het lijkt wel of het proces van ouder worden niet echt vat op hem kan krijgen. Na meer dan vijftig jaar in de muziekbusiness treedt hij nog steeds veel op en brengt hij geregeld nieuwe albums uit. Vorig jaar nog werd A Special Life goed ontvangen door de internationale pers. In april verraste Mayall ons nog met het geweldige Live In 1967, een Bluesbreakersalbum. Het bevatte nooit eerder uitgebrachte live opnames. Naast Mayall, excelleren Peter Green, John McVie en Mick Fleetwood op dit album. Overigens is het niet te horen dat het live is opgenomen. Volgend jaar wordt nog een live album uit die tijd uitgebracht, iets waar ik nu al naar uitkijk. En onlangs plofte Find a way te care op de deurmat. Na een keer luisteren wist ik al, dat het een topper in het genre is. 

Allereerst wordt het gebodene zeer energiek en gedreven gebracht. Aan variatie is ook gedacht. In een aantal nummers zijn blazers toegevoegd. Ron Dziubla (saxofoon), Richard Rosenberg (trombone) en Mark Pender (trompet) spelen uitermate strak en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan het opschroeven van het niveau van het gespeelde materiaal. Ook krijgen John’s vaste begeleiders bij liveshows de nodige ruimte. Met name Rocky Athas mag regelmatig schitteren op gitaar. Maar Greg Rzab (basgitaar) en Jay Davenport (drums) laten ook horen zeer ervaren muzikanten te zijn. Mayall laat vooral op toetsen blijken, dat hij nog steeds tot de beste bluesmuzikanten in de wereld moet worden gerekend. Luister eens naar het zelf geschreven Crazy lady en U weet wat ik bedoel. Ook neemt hij twee keer de mondharmonica ter hand, zoals in het heerlijke Ropes and Chains. Het gebrachte materiaal bestaat uit vijf eigen nummers. Daarnaast onder anderen een cover van het bekende Muddy Waters nummer Long Distance Call, maar ook een cover van War We Wage, van de nog jonge bluesgitarist Matt Schofield. 

Met Find A Way To Care dwingt John Mayall bij mij veel repect af. Het moet een feest zijn om dit materiaal live te horen. En gelukkig kan dat eind september!   


Releasedatum: 4 september 2015 Forty Below Records

26/9 GRONINGEN: Oosterpoort
27/9: ENSCHEDE: Wilminktheater
28/9: AMSTERDAM: North Sea Jazz Club
29/9: BERGEN OP ZOOM: Gebouw-T



Groeten van Rottumerplaat



                                                         Arcady - Many happy returns (1996)

Het viel niet mee om een album uit te kiezen wat ik mee zou nemen naar Rottumerplaat, maar gelukkig bracht Jan Mulder me op het goede spoor. Een tijd geleden zag ik toevallig een rapportage waarin Jan Mulder naar, als ik het goed heb, Schiermonnikoog werd gebracht. Jan werd daar al mijmerend op het strand gefilmd. Hij besefte zich daar opeens hoe immense indruk hier de natuur op hem maakte. Dat zette mij aan tot nadenken. Ik probeerde mij een beeld te vormen hoe het zou moeten zijn als je daar alleen op zijn klein onooglijk eilandje zou moeten wonen. Het grootste gemis zou natuurlijk zijn, dat je dan je dierbaren niet meer om je heen zou hebben. Maar ook al je normale dagelijkse rituelen zou anders worden. Tevens zou je nooit meer kunnen luisteren naar al die prachtige albums die je achter hebt moeten laten. Maar nog erger is het, dat je geen nieuwe muziek meer zou kunnen ontdekken. Je zou jezelf niet meer verder kunnen ontplooien. Verstoken van alle mogelijke informatiebronnen. Dat laatste heeft gelukkig nog een voordeel, je blijft gespaard van alle ellende die er in de wereld gebeurt. 

Maar weegt dat laatste op tegen het gemis van je dierbaren? Absoluut niet! Wat voor mooie dingen levert je bestaan dan nog op? Het wordt genieten van de kleine dingen. De zon zien opkomen en onder gaan. De vogels horen zingen en verder het enige geluid wat je waarschijnlijk gaat horen is overkomende vliegtuigen. In de zomer kun je genieten van de mooie wilde bloemen en eventueel van wat dieren, die er rondlopen. Hopelijk mag je je eigen stereo-installatie meenemen om de pijn enigszins te verzachten. Maar wat doe je de rest van de dag, als je niemand hebt om tegen te praten? Je bent er alleen met je gedachten en herinneringen. Je bent er alleen met de elementen en de natuur om je heen. De eerste keer dat die natuur echt indruk op mij maakte was toen ik naar Ierland op vakantie ging. Degenen van jullie die toevallig ooit de westkust van Ierland bezochten, kennen dan hoogstwaarschijnlijk Slea Head en de kliffen van Moher wel. 

In de omgeving van Slea Head is ooit de bekende film Ryan's daughter grotendeels opgenomen. Vooral de enorme ruwe rotspartijen aan de kant van de weg en het steeds smaller wordende kronkelende paadje naar het eindpunt maakte grote indruk op me. Ook de kliffen van Moher zijn indrukwekkend om te zien. Maar niet alleen dat maakt Ierland tot zo'n mooi land. Dat komt toch vooral door de meest gastvrije mensen, die ik ooit heb ontmoet. Vanaf het ogenblik dat ik daar aankwam, voelde het direct aan als een soort thuiskomen en dat gevoel is nooit meer weggegaan. Maar ook met de Ierse muziek heb ik een grote klik. Vanaf mijn tiende ben ik er al in geïnteresseerd. Vooral de melancholie in die muziek trekt mij erg aan. En sinds ik er zelf geweest ben, ben ik de Ierse muziek ook beter gaan begrijpen en aanvoelen. 

Het werd me opeens duidelijk dat ik voor een Iers album moest gaan kiezen. Maar nu alleen nog, welk album? Toen ik bij het doorlopen van mijn collectie Ierse cd's Many happy returns tegenkwam, wist ik direct dat dat het album zou worden. Waarom? Allereerst de hoes. Er staat een man op afgebeeld die alleen vergezeld door zijn hond tijdens ruig weer door een even ruig landschap loopt. En verder vliegen er een aantal muziekinstrumenten weg door de lucht. Met een beetje fantasie kun je dit zien als de muziek, die je hebt moeten achterlaten en nooit meer zult gaan horen. Iemand met nog meer verbeeldingskracht zou het ook kunnen zien als alle mooie dingen die je hebt moeten achterlaten. Maar niet alleen om de hoes heb ik dit album gekozen. Voor wie van Ierse traditionele muziek houdt is dit album een absolute must. Arcady was een Ierse supergroep, bestaande uit topmuzikanten. En met, voor mij, de beste Ierse zangeres ooit, Niamh Parsons. Ooit heb ik genoegen gehad het eerste concert was zij ooit in Nederland gaf bij te wonen. Live maakte ze toen nog meer indruk dan op haar albums. Nog iedere keer als ik haar stem hoor krijg ik kippenvel. Als ik dan toch alleen moet zijn, dan het liefste met Niamh, als je begrijpt wat ik bedoel.


Gareth Dickson


De afgelopen weken passeerde de naam van Gareth Dickson bij mij twee keer de revue. De eerste maal ter voorbereiding van de recensie van Corrina Repp. Ze bleken beiden onderdeel uit te maken van het piepkleine, maar sympathieke label Discolexique, de enige andere artiest tot nu toe is daar verder White wine. Nogmaals dook zijn naam op terwijl ik bezig was met de recensie van Sara Forslund. Hij bleek verantwoordelijk te zijn voor een muzikale koerswijziging van Sara. Toch had ik hem, zonder dat ik het wist, al horen spelen op Heartleap van Vashti Bunyan. Hij blijkt de vaste begeleider te zijn van haar. Regelmatig gaat hij met haar op toer, zoals in september naar Japan. Op dit moment vertoeft hij overigens in Amerika voor solo optredens. Zijn muziek is een aparte mix van folk en folk vermengd met ambient. Veelal instrumentaal, zoals bijvoorbeeld het gehele album The Dance



Zijn catalogus is enigszins onoverzichtelijk. Sommige nummers komen op diverse albums voor, vooral is dit het geval op zijn eerste cd’s, Space Goose (2005), Mineral Series, Volume 8: Solina sea (2005) en The Amber Goose Dance (2006). Gelukkig werd hiervan een compilatie in 2009 uitgebracht onder de naam Collected Songs, een mooi startpunt om zijn muziek te ontdekken. 



In 2010 verscheen The Dance.  De laatste twee zijn, voorzien van prachtig artwork, sinds april verkrijgbaar op vinyl bij Discolexique voor 35 euro exclusief verzendkosten. Met krijgt dan ook nog als gratis bonus de cd Collected Cassette Recordings, met 11 onuitgebrachte demos erbij. Vreemde eend in de bijt in zijn catalogus is Wraiths, waarop hij praktisch in zijn geheel Pink Moon van Nick Drake covert, onder de naam Nicked Drake. Alleen vertolkt hij in plaats van KnowCello Song van Five Leaves Left. Ondanks dat hij nog niet zo oud is heeft hij nodige meegemaakt. In 2007 werd hij verliefd op een dame uit Argentinië en vestigde hij zich daar. In die periode dat hij in Argentinië verbleef, werd hij een keer beschoten, aangevallen door honden en een keer zat hij in een vliegtuig waarvan de motor vlam vatte en ternauwernood veilig kon landen. De relatie verliep ook niet zoals gehoopt en een paar illusies armer keerde hij terug naar Schotland. Overigens is hij op dit moment hard aan het werk aan een nieuw album.

Overige albums:

Quite A Way Away (2012)
Invisible String (2014, live)


Websites: http://discolexique.com/artists/ en http://www.garethdickson.co.uk/



Sara Forslund - Water Became Wild


Al enige maanden terug verscheen Water Became Wild van Sara Forslund. Deze release werd gelukkig door Marc, een van mijn vele tipgevers, onder mijn aandacht gebracht, anders was hij meer dan waarschijnlijk onbekend voor mij gebleven. Het is uitgebracht op het kleine Nederlandse Volkoren label, die alleen maar producten van hoge kwaliteit op de markt brengt, waar men volledig achterstaat. Sara Forslund is een singer songwriter die geboren is in Borgvattnet, een klein plaatsje in het hoge noorden van Zweden, maar tegenwoordig woonachtig in Stockholm. Ze startte overigens in 2000 als dichteres, nadat haar vader aan de gevreesde ziekte was overleden en zij een uitlaatklep zocht voor haar emoties. Favoriete dichters van haar zijn onder anderen John Keats en Sylvia Plath. Het boek The Bell Jarr van laatstgenoemde was overigens het onderwerp op Hypoxia, de laatste cd van Kathryn Williams. In 2010 werd de dichtbundel Hugg mig Kärlek van haar uitgegeven. 

Vervolgens werd het ook tijd voor een muzikale carrière in de folk/drone band Birch and Meadow, die in 2013 Butterflies And Graves uitbracht. Het zien van een optreden van de Schotse singer-songwriter Gareth Dickson maakte in 2012 grote indruk op haar, vooral diens dromerige, ingetogen stem. Dát was wat zij ook wilde, haar liedjes op fluisterwijze brengen. De twee maakten kennis en vervolgens liet Gareth Sara de muziek horen van zijn grote voorbeeld Nick Drake. Ook diens muziek bracht Sara inspiratie, want zeer snel volgde de eerste songs voor Water Became Wild. Na David Åhlén is Sara de tweede Zweedse act op Volkoren. David Åhlén speelt een belangrijke rol, want hij produceerde en arrangeerde zeven van de songs samen met Sara (de overige drie door Gustaf Spetz)Bovendien was hij en zijn familie gastheer tijdens de opnames. De cd staat vol met verstilde, melancholische liedjes. Belangrijke rollen zijn weggelegd voor cello, trompet en piano. Op Morning is leaving wordt ze alleen begeleid door piano. Het had geschreven kunnen zijn door iemand als Virginia Astley of Agnes Obel. De geest van Nick Drake waart rond in Under the Sun. In Did You Ever, Tree of Dreams en Singing me through wordt de sfeer voornamelijk bepaald door een trompet. Als je deze nummers hoort vraag je jezelf af, waarom dit instrument zo weinig wordt gebruikt in de folk muziek. Fans van bijvoorbeeld Fernhill en Sarah McQuaid’s cover van John Martyn’s Solid air, weten hoe mooi dit instrument kan zijn.  De cellopartijen van Svante Henryson zijn wonderschoon en vormen een duidelijke meerwaarde. 

De cd is voorzien van prachtig artwork en een tekstboekje. Op de binnenhoes wordt Albert Camus geciteerd, haar favoriete schrijver. Het is overigens muziek die langzaam maar zeker onder de huid kruipt. Vooral geschikt om ’s avonds laat of ’s morgens vroeg te beluisteren en helemaal in op te gaan. Iets wat ik zeker nog vaak zal gaan doen in de komende, donkere wintermaanden!              

Releasedatum: 28 mei 2015 Volkoren
Website: http://www.saraforslund.com/



Rod Picott - Fortune


Na een onstuimig enthousiasme voor Rod’s muziek in zijn beginperiode, doofde mijn interesse na Girl from Arkansas. Zonder een specifiek aanwijsbare reden, maar wellicht met een aanname dat de koek op was verdorde mijn belangstelling. Hang Your Hopes On a Crooked Nail van 2013 bleek echter opnieuw weergaloos. Geen vrolijke levenslustige Picott valt te beluisteren op dat album, maar wel eentje die indruk maakt. Geen artiest die blaakt van zelfvertrouwen, maar eentje die met moeite zijn decepties voor zich houdt. Teleurstellingen daar lopen we allemaal tegenop, echter de manier waarop we ze pareren of er aan voorbijgaan getuigt van de veerkracht die nodig is om domweg door te gaan. Blijven hangen in je verdriet leidt tot niets. Ieder rouwproces heeft zijn tijd nodig, echter daarna moet je verder. Fortune, zijn nieuwste, luidt wat mij betreft een nieuwe fase in. Op meerdere momenten gedurende dit album kreeg ik de associatie naar Guy Clark. Rod Picott is de confrontatie met zichzelf aangegaan, en dat resoneert in de liedjes. Het resultaat is niets anders dan een evenwichtige plaat, te beginnen met het ijzersterke, doch o zo gevoelige openingsnummer Maybe That’s What It Takes.

“Je hebt gelijk” beaamd Rod in dit persoonlijke nummer, soms heb je een harde knal nodig om sterker vooruit te komen:"It’s not that I ever stopped loving you. I just quit waiting for you to love me too". Pijn blijkt wederom broodnodig als bestanddeel voor een hartverscheurend mooi liedje. Ook Jeremiah, een nummer over een soldaat, weet Picott overtuigend op te tuigen met droevige oneliners en metaforen: "When soldiers don’t come home". Je kunt je ervan alles bij voorstellen. Drunken Barber’s Hand schreef hij samen met Slaid Cleaves. Secret Heart is mijn persoonlijke favoriet. Klein gehouden, kwetsbaar, wellicht illustratief voor het gehele album. Opgenomen in anderhalve week tijd om zoveel mogelijk au naturel te laten blijven. Beter vers dan uit blik is hierbij de gedachte, puur zonder toevoegingen. Partners in crime op dit album zijn Will Kimbrough, Neilson Hubbard, Lex Price en Joshua Britt. Fortuin kun je vinden binnen in jezelf. Het komt niet vanzelf naar boven drijven. Het heeft tijd nodig en af en toe een deukje. Een ervaring rijker noemen ze dat! Rod Picott kan er over meepraten getuige dit album.

Gastschrijver: Rein van den Berg

Releasedatum: 14 augustus 2015 Welding Rod Records


Corrina Repp - The Pattern Of Electricity


Deze komkommertijd is uitermate geschikt om interessante releases aan bod te brengen, die in eerste instantie over het hoofd gezien zijn. Tot die categorie behoort zeker The Pattern Of Electricity van Corrina Repp. De in Portland, Oregon woonachtige zangeres en multi-instrumentalist is bepaald geen nieuwkomer in de muziek, reeds in 1998 verscheen haar eerste album. Repp trok een paar jaar later de aandacht van Mark Kozelek, die in 2006 besloot The Absent And The Distant op zijn Caldo Verde label uit te brengen. In 2007 formeerde Repp samen met Joe Haege de formatie Tu Fawning. Deze groep maakte 2 cd’s en 1 EP, toerde vijf jaar zeer intensief door Amerika en Europa. In de herfst van 2012 vond men het genoeg geweest en trok men de stekker uit de band. Repp’s interesse in muziek maken was tijdelijk verdwenen, ze verhuisde naar een klein appartementje in Portland en raakte haar instrumentarium een jaar lang niet meer aan. In januari 2014 begon het toch weer te kriebelen en pakte ze draad weer op, in de tussentijd de kost verdienend als serveerster en als medewerker in een plantenkwekerij. Ze nam de juiste beslissing om Peter Broderick bij het nieuwe project te betrekken. De twee zijn zeer goede vrienden. Die vriendschap dateert al van 2006, toen beiden samen toerden. Broderick maakte op dat moment deel uit van Norfolk and Western. 



Daarnaast speelde hij ook in het Deense Efterklang en Horse Feathers. Ondanks zijn nog jonge leeftijd heeft hij al een grote staat van dienst. The Pattern Of Electricity is praktisch een duo album geworden.  Schaarse bijdragen werden verder geleverd door Evan Railton, Graeme Gibson en Brandon Summers. De songs gaan over licht en donker en de balans daarvan in het leven, het accepteren van de donkere kanten van het leven en het sterker  daar uitkomen. De twee beleefden veel plezier aan het maken van de plaat. De sessies in de studio werden voorafgegaan door strandwandelingen. De communicatie in de studio verliep ook vlekkeloos. Broderick is als geen ander in staat zich in te leven in de liedjes van anderen, zoals hij bijvoorbeeld al bewees op Let your hands be my guide van Chantal Acda. Er wordt  op speelse wijze gebruik gemaakt van ritme, maar meer nog van dynamiek. Praktisch alle instrumenten worden trouwens bespeeld door Broderick, zowel akoestische als elektronische. Corrina beschikt over een aangename, ietwat hese stem. Speciaal is dat ze heel af en toe gebruik maakt van de kopstem, zoals in Life for the Dead. De meeste songs spreken direct aan, enkele hebben wat meer tijd nodig. In september zal er ook een vinylversie verschijnen in een beperkte oplage van slechts 300 stuks. Zaterdag 19 september is de aftrap van haar Europese tournee en zal Corrina te zien zijn tijdens het interessante Incubate Festival in Tilburg en brengt ze een tweede gitarist en drummer mee. Overigens geen onbekend festival voor haar, want ze speelde er al eerder met Tu Fawning. Die toernee brengt haar ook in onder anderen Ancienne Belgique, Brussel. 

Wat The Pattern Of Electricity voor mij bijzonder maakt is de grote chemie tussen Repp en Broderick.               

Releasedatum: 19 mei 2015 Discolexique
Website: http://corrinarepp.bandcamp.com/




Iris DeMent - The Trackless Woods



Als een uitzonderlijke Iris DeMent fan beschouw ik mijzelf niet. Sterker nog, zij is een artieste die ik niet snel draai in het bijzijn van anderen, of men moet vertrouwd zijn met haar werk. Haar zang is op het randje, maar verdikkeme, het is juist die getormenteerde stem die mij iedere keer opnieuw naar binnen hengelt. Dat geldt andermaal voor The Trackless Woods. Wat een basale, sober aangeklede, plaat is dit. Behalve Iris haar vocale voordracht manoeuvreert de piano overwegend naar de voorgrond. De overige muzikale aankleding – steel, strijkers, drums, gitaar - beperkt zich tot de achtergrond, en is subtiel gedoseerd. Sing the Delta -haar vorige - verscheen alweer drie jaar geleden en was volstrekt anders, qua instrumentatie rijker, avontuurlijker, ruraal gegrondvest rond de Mississippi. The Trackless Woods zou ik eerder willen omschrijven als onaards. Als in een droom vindt de camera haar in een oud landhuis. Waar ze gezeten achter een klassieke piano, verzonken lijkt in haar wereld. Mij weet ze moeiteloos mee te zuigen in die onwerkelijkheid.

Als basis voor dit album dient de poëzie van de veelgeprezen Russische Anna Akhmatova. Akhmatova’s gedichten ontstonden in de meest roerige periode van de Rusland. Een periode die twee oorlogen en een Revolutie omvat. Zij verloor familie en vrienden aan politieke moorden en uitputting in de Gulags. Geïnspireerd door de kracht van Anna’s teksten kwam bij Iris het beste naar boven en de nummers ontstonden bijna als vanzelf. Meewegend rol van betekenis speelt hierbij Iris haar dochter. Sinds 2005 hebben zij en Greg een geadopteerd meisje uit Siberië. Zoals Iris aangeeft “deze plaat was niet ontstaan als zij niet in mijn leven zou zijn”. Om een brug te slaan naar de Russische cultuur kwam Akhmatova op haar weg. The Trackless Woods niets anders dan indrukwekkend. Of het eindresultaat je pakt, of niet, staat of valt in de eerste plaats met de zang van Iris DeMent. En in alle onbescheidenheid, het voelt alsof ze mij nog nooit zo heeft geïmponeerd als nu. Gevolg en oorzaak. Zelden voorspelbaar. Maar wat hier ontstaan is, is in één woord te vatten: prachtig! 

Gastschrijver : Rein van den Berg

Releasedatm : 7 augustus 2015 Flariella Records




Colin Deady - Out Of The Blue



Net als Anna Michell is Colin Deady een singer songerwriter woonachtig in Cork. Hij werd echter geboren in het kleine plaatsje Skibberreen, West Cork. Zijn fascinatie voor muziek begon, toen hij op jeugdige leeftijd een kapot cassettebandje van John Lennon’s Double Fantasy uit de prullenbak van zijn oom viste. Hij wist het vervolgens eigenhandig te repareren. Nog steeds bezorgt vooral het nummer Watching the Wheels van deze cd hem bij beluistering kippenvel. Maar het was vooral de bluesmuziek die hem bewoog de gitaar op te pakken. Peter Green is een held voor hem, maar ook Stevie Ray Vaughan. Het zal U niet verbazen dat deze Ier een geweldige zanger is. Welke Ier is dat nu niet?! Hij komt trouwens uit een zeer muzikale familie. Ook zus Christine en broer Brian zijn full-time muzikanten. Broer Brian is een van de schaarse, populaire soulzangers in Ierland. Colin speelt trouwens mee op diens nieuwe, prachtige single, A Darkness



Ook Colin heeft de nodige soul in zijn stem, maar zijn repertoire bestaat voornamelijk uit mainstream rock, afgewisseld met piano ballads. Een van die mooie ballads is het prachtige, melancholische Chapel Street. Hij is ook een voortreffelijk gitarist, luister maar eens naar het bluesy gitaarwerk in Out of the Blue. Hij is ook in staat om catchy songs te schrijven zoals Come On, waarin ik de Dire Straits terughoor. Niet zo verwonderlijk, want Mark Knopfler is ook een van zijn favorieten. Maar nog betere voorbeelden  van catchy songs vind ik Return to You en Watchdog. Tevens draait hij zijn hand niet om voor een folk getint lied als Season’s Tide. Alle songs werden door Colin zelf geschreven. Hij speelde bijna alles zelf in, op de piano- en keyboardspartijen en een drumpartij na dan. Ook verzorgde hij op knappe wijze zijn eigen achtergrondvocalen. Het album is opgedragen aan zijn drie zonen Joseph, Benjamin en Jacob, omdat zij veelvuldig de inspiratie vormen voor zijn songs. De verklaring van de titel van de cd is voor de hand liggend. Het slaat op de periode dat de songs hem bij wijze van spreken kwamen aanwaaien. Ook het artwork is netjes verzorgd. Het is een klaphoesje waarop de teksten vermeld staan. Volgend jaar hoopt Colin te gaan toeren in Nederland. Benieuwd welke richting hij op een volgende cd gaat kiezen, want met zijn veelzijdige stem kan hij vele kanten op.         

Releasedatum: 20 maart 2015 Brave Tide Records



Tony Furtado - The Bell



Geen onbekende op de stoffige roots paden. Tony Furtado bespeelt zeer verdienstelijk banjo en bottleneck gitaar, en beschikt bovendien over een knappe zangstem. Hij heeft zijn sporen verdiend, en zijn reputatie onder zijn vakbroeders is niets anders dan aanzienlijk. Deze nieuwste release kon wel eens zijn vijftiende album zijn. The Bell zet enerzijds de trend door, terwijl hij anderzijds, meer naar buiten treedt, en daarin, naar mijn mening, uitstekend in slaagt. Het album verschijnt na een periode waarin zijn vader stierf, en zijn zoon werd geboren. Het laat zich gemakkelijk voorstellen dat dergelijke emotionele processen hun weerslag hebben. Jaloers kan ik zijn hoe creatievelingen, als Furtado, dergelijke gevoelens weten te vertalen naar muziek. Deze allround muzikant – zanger, componist en instrumentalist – ervaar ik op The Bell als gedurfd. De bijgeleverde EP op deze Blue Rose uitvoering bevat 6 nummers die overwegend instrumentaal zijn. Naast 8th of January - mijn geboortedatum (en die van Elvis) – hoor je o.m. een ingetogen Amazing Grace en een Ierse medley; The Blackhaired Lass/Rakish Paddy/The Ladies Pantalettes.

The Bell bevat opmerkelijk meer banjo dan we de laatste tijd van hem gewend waren. Het gevoel dat instrumentale nummers als Astoria en Jo Jo daarbij oproept zullen door liefhebbers van traditionele muziek toegejuicht worden. Het maakt een kop/romp/staart nummer als Low Road – met lichtelijke Paul McCartney trekjes – er overigens niet minder om. Het geheel – The Bell en de bonus cd Copper and Tin - laat zich aanhoren als een proeve van bekwaamheid van deze door de wol geverfde musicus. Mocht je om duistere redenen hem voorheen terzijde hebben gelegd bij het maken van je muziekkeuzes, dan zou ik bij The Bell maar eens extra achter je oor krabben, en overwegen ditmaal voor Tony Furtado te kiezen. Hij bestrijkt een breed scala aan stijlen. Wanneer je smaak zich laat vinden in de vermenigvuldigde deler van Bluegrass, Folk, Blues en een ietsepietsie country dan ben je bij Tony aan het juiste adres. Hij is hier namelijk kind aan huis.

Gastschrijver: Rein van den Berg




Anderson East - Delilah


Nagenoeg alleen al bij de constatering dat dit album uitgebracht wordt via Elektra/Asylum Records, daarvan zou je hart sneller moeten gaan kloppen. Dat gold zeker voor mij eind zestiger jaren toen dit roemruchte label furore maakte met acts als The Doors, Judy Collins, Phil Ochs, Tim Buckley, etc.. Het was mij eerlijk gezegd onbekend dat het label nog bestond. Schijnbaar heeft men het nieuw leven ingeblazen?! Anderson East is een artiest die staat te trappelen. Hij wordt ongeduldig. Zijn vorige beide albums vielen amper op. Zijn eerste, Closing Credits for a Fire, is van 2009 en deed weinig, verscheen nog onder zijn geboortenaam; Mike Anderson. Flowers of the Broken Hearted deed al iets meer stof opwaaien, want ondanks dat deze een plaat een zogenaamde “onafhankelijke release” was wist hij mij te bereiken. Gezonde ambitie is ruim voorradig, in tegenstelling tot zijn geduld. Anderson was het wachten moe, en pakte zijn kans en liet zich met graagte lijmen door Elektra, waarmee hij zich verzekert van bestaande distributielijnen. Dat hij talent heeft was bekend, echter de erkenning bleef vooralsnog incompleet.

Het album Delilah is overwegend uptempo. Grijpt terug op de vroege Zuidelijke Soul. In de meeste liedjes heeft Anderson een compositorische hand gehad. Met uitzondering van Find ’em, Fool ‘em & Forget ‘em. Een eerbetoon. Dit nummer werd geschreven door George Jackson en Rick Hall. Een vlot swingende nummer dat opgeleukt is met een dameskoortje en blazertjes en ons terugvoert naar 1968. De sfeer is gezet, en wanneer je daarbij tevens realiseert dat Rick Hall de grote naam is (eigenaar en producer) van de FAME studios dan weet je genoeg. Deze invloedrijke Soul pionier wordt genoemd als smaakmaker van de “Muscle Shoals Sound”. Laten de opnames van Delilah nu toevalligerwijze ontstaan zijn tijdens sessies in de FAME studio’s te Alabama. Keep the Fire Burning zou ik met Anderson willen zeggen! (I can’t) Quit You schreef hij samen met Chris Stapleton. Delilah slaat een bruggetje terug in de tijd. Het album kenmerkt zich met lekker in het gehoor liggende retro soul. Muziek die refereert aan het verleden, maar zich aangenaam eigentijds laat aanhoren. Voor mensen die Anderson East nog niet kennen; gewoon proberen!

Gastschrijver: Rein van den Berg

Releasedatum: 25 juli 2015 Elektra