North Mississippi Allstars - World Boogie Is Coming



De carrière van de gebroeders Dickinson startte beginjaren negentig met de formering van de groep DDT. Die groepsnaam was niet afgeleid van het bestrijdingsmiddel, maar van de achternamen van de groepsleden, Dickinson, Dickinson en Taylor. De groep bleef onbekend, ook bij mij. De broers Dickinson hadden trouwens een beroemde vader, Jim, die in 2009 overleed. Hun carrière kwam pas echt van de grond in 1996 toen ze, samen met Chris Chew, North Mississippi Allstars begonnen. Luther Dickinson is de meest begaafde, creatieve en bedrijvige van het drietal. Hij bracht mei vorig jaar een prachtig akoestisch instrumentaal album uit, getiteld "Hambone's Meditations", geïnspireerd door de muziek van John Fahey. Ook richtte hij in 2012 een folkgroep op, The Wandering, die verder bestaat uit de dames Valerie June, Amy Lavere, Shannon McNally en Shardé Thomas. Zij brachten vorig jaar het album "Go On Now, You Can't Stay Here" uit. Daarnaast maakt hij ook nog deel uit van South Memphis String Band en toerde hij van 2007 tot 2010 als gitarist van The Black Crowes. Met "World Boogie Is Coming" is North Mississippi Allstars toe aan haar negende studio-album. De groep maakt met blues doordrenkte rockmuziek, vergelijkbaar met de muziek van The Black Keys en The Jon Spencer Blues Explosion . Op dit album staan onder andere covers van R.L. Burnside en Junior Kimbrough, muziek waarmee ze opgroeiden. Ook muzikanten waarmee ze ooit het podium mochten delen. Twee van de veertien kinderen van R.L. Burnside, Duwayne en Garry, spelen mee op dit album. In de eerste twee nummers maakt Robert Plant, een groot voorbeeld van de band, zijn opwachting. Op deze nummers bespeelt Plant op overtuigende wijze de mondharmonica. Wel gedurfd om te openen met een instrumentaal nummer. Aardige opwarmertjes.

Echt loos gaat het daarna voor mij, in traditional "Rollin 'N Tumblin", een song met een Black Keys-groove en heerlijk gitaarwerk. Vervolgens belanden we bij een andere traditional, "Boogie", wat een zeer swingende versie krijgt. Een van de hoogtepunten van het album. "Snake Drive" van R.L. Burnside, krijgt een heel moderne uitvoering, zeer knap gedaan, maar niet echt aan mij besteed. Mijn favoriete nummer op het album is de cover van Junior's Kimbrough "Meet Me in the City". Prachtig en ingetogen uitgevoerd. Het door Luther Dickinson zelf geschreven "Turn Up Satan" behoort ook tot de betere nummers op het album. Heerlijk opzwepend nummer, dat meer richting rockmuziek gaat, met prachtig inventief gitaarwerk aan het einde van de song. "Shimmy" van Othar Turner wordt opgevrolijkt door een heerlijk fladderende fluit. Het nummer gaat naadloos over in "My Babe" van Willie Dixon. "World Boogie" van Bukka White doet zijn naam alle eer aan. Boogie van de bovenste plank. "Goin' to Brownsville" valt op door het mooie gitaarwerk. "I'm Leaving" van Junior Kimbrough krijgt een gloedvolle vertolking, waaruit duidelijk blijkt dat ze met deze muziek zijn opgegroeid. "Jumper On the Line" van R.L. Burnside krijgt een spannende, tien minuten durende vertolking. Naast de normale cd-uitgave bestaat er een uitgave met vijf bonustracks. Twee van die nummers zijn akoestisch . Ze doen niet onder voor de rest van het gebodene. Deze nummers zijn echter niet echt vergelijkbaar met het overige materiaal op dit album. Het album werd door de broers zelf geproduceerd. Het is een moderne blues- en rockalbum geworden, waarin de voorliefde voor de oude blueshelden doorklinkt. Van harte aanbevolen.

Theo Volk

Releasedatum: 3 september 2013 Songs of the south
Website: http://www.nmallstars.com/